Algemene beschrijving
Naam: Caryopteris × clandonensis ‘Heavenly Blue’
Algemene naam: Bluebeard ‘Heavenly Blue’, Blauwe spirea / Blauwbaard
Type: Heester (bladverliezend), klein van formaat
 
Uiterlijk & bloemen
Bloemkleur:
Zuurbalu‑blauw / lavendel‑blauw. De bloemen zijn klein, in dichte clusters in de bovenste delen van de twijgen.
Bloeitijd:
Van ongeveer augustus tot en met oktober. 
Bloei komt laat in het seizoen, en geeft kleur in nazomer en vroege herfst. 
Geur:
De bladeren zijn aromatisch; bij aanraking of het verpletteren van bladeren is een harsachtige, licht hars‑/dennenachtige geur merkbaar. 
Bladvorm en bladkleur:
Bladeren zijn ovaal tot lancetvormig, met getande randen. Bovenkant groen‑grijs; onderkant vaak grijzer en iets donser waar er beharing zit. 
 
Groei en omvang
Grootte (uitgegroeid):
Wordt ongeveer 80‑100 cm hoog en ongeveer even breed (80‑100 cm), afhankelijk van standplaats en verzorging.
Potmaat bij levering:
C6,5: levert een al vrij ontwikkelde plant, met een stevig wortelgestel. Klaar om te planten in tuin of pot. (C6,5 betekent ca. 6,5 liter pot)
Vorm / habitus:
Compact, bossig en enigszins opgaand. De takken zijn stevig, de plant vormt een ronde tot iets eirond‑opgaande struik.
 
Standplaats & bodem
Lichtbehoefte:
Volle zon geeft de mooiste bloei en beste kleur. Verdraagt halfschaduw, maar bloemproductie en kleurintensiteit kunnen afnemen. 
Grondsoort:
Goed doorlatende grond, bij voorkeur licht, zanderig of leemachtig. Verdraagt droogte redelijk goed eenmaal gevestigd. Geen natte voeten. 
Winterhardheid:
Redelijk winterhard. Volgens sommige bronnen tot ca. ‑15 °C, mits winterbescherming, goede drainage en eventuele beschutting tegen schrale wind. 
 
Onderhoud & verzorging
Snoeien:
In het vroege voorjaar (lente), terugknippen tot een krachtige basis om nieuwe scheuten te bevorderen. Snoei helpt om de plant compact te houden. 
Verwijder oude bloemen indien gewenst voor nettere afwerking, maar de natuurlijke uitstraling is ook mooi.
Water geven:
Regelmatig water geven in het eerste groeijaar. Na vestiging redelijk droogtetolerant, maar profiteert wel van vocht gedurende langdurige droogte.
Voeding:
Lichte bemesting in voorjaar met organisch materiaal of langzaam werkende mest. Geen overbemesting; te veel stikstof geeft meer blad dan bloemen.